Outback! - Reisverslag uit Darwin, Australië van Lau en Steef achternaam - WaarBenJij.nu Outback! - Reisverslag uit Darwin, Australië van Lau en Steef achternaam - WaarBenJij.nu

Outback!

Door: Lau en Steef

Blijf op de hoogte en volg Lau en Steef

12 September 2016 | Australië, Darwin

G'day mates!

Op donderdag 23 augustus gingen we dan eindelijk de outback in! Maar niet voordat we eerst geld opgenomen hadden, nóg wat extra eten gehaald hadden (veggies, we moeten wel goed voor ons zelf zorgen natuurlijk) en (alvast) voor Stefan zijn verjaardag een camera gekocht hadden (wat een leuke verassing van Lau!). Ook moesten we nog even terug naar het hostel, omdat we waren vergeten te betalen... Iets later dan gepland, zo'n twee uur, gingen we dan eindelijk op weg!

Onze eerste stop was in Richmond, een dorp zo'n 500 km van Townsville vandaan. De weg ernaartoe was vooral rechttoe rechtaan en lang, oftewel een beetje vermoeiend. Gelukkig hadden we afgesproken om ieder uur te wisselen, waardoor het met de slaperigheid wel meeviel. We hadden verwacht dat we opeens door een rode woestijn zouden rijden, zonder bomen en planten en met heel veel (rood) zand. Het tegendeel was waar, de outback bleek een groene (soms wat verdorde) vlakte met veel bomen en af en toe wat rood zand ertussendoor. Ook op de camping konden we ons tentje neerzetten op gras, al kon Lau daardoor niet goed slapen. Ze verwachtte elk moment dat een slang onder de tent zou kruipen en in haar been zou bijten. Om het slapen nog makkelijker te maken waren onze luchtbedden duidelijk made in China: je kon erop liggen van je hoofd tot aan je knieën.

Na de al vermoeiende rit en de nog vermoeiendere nacht gingen we de volgende dag met tegenzin vroeg ons bed uit. We moesten onze tent afbreken en snel doorrijden naar onze volgende stop in Mount Isa, slechts 406 km rijden. De voorgaande dag moesten we echter alles in het donker doen (tent opzetten én koken), dus dat wilden we deze keer voorkomen. Na Mount Isa zijn we nog één keer gestopt in Tennant Creek, wat een rit van 662 km was. Op deze camping stonden we naast een luidruchtig koppel dat de hele nacht goed hun best deed om iedereen wakker te houden. Een beetje boos werden wij de volgende dag dus wakker en hadden we geen goed woord over voor onze buren. Hun hond zag er wel lief uit. Laura zou Laura niet zijn als ze niet een staarwedstrijd met deze hond ging doen, net zolang totdat ze haar mocht aaien. Toen dat uiteindelijk gelukt was, bleek dat deze hond geen gewone hond was. Dit was namelijk een dingo, maar dan als pup gered door mensen en dus tam. Wat een geluk, de dingo konden wij ook weer van ons lijstje afstrepen! Weer 509 km verder kwamen we aan in Alice Springs, de grootste stad in de outback. De hele rit kunnen we kort samenvatten als vele groene vlaktes, 53 meter lange vrachtwagens, heel weinig verkeer, roofvogels, drie wilde emu's, lange rechte wegen en (te) veel dode dieren op de weg (kangeroe's, vogels en zelfs dode koeien midden op de weg). In Alice aangekomen was het weer wennen aan de normale bewoonde wereld. Bizar dat hier opeens de McDonalds, Domino's en een normale supermarkt te vinden waren en waar je (gelukkig voor ons) ook een bezoekje aan de K-Mart kon brengen. Eindelijk konden we een groter luchtbed kopen! Lang uitslapen, wat een genot! Dat moest eigenlijk ook wel, 's ochtends was het namelijk slechts twee graden Celsius. Te koud om je warme bedje uit te komen. In totaal zijn we voor vier nachten in Alice Springs gebleven, wachtend op Nari en Daniel (het kopppel dat wij ontmoet hebben op Fraser). Dit gaf ons mooi de gelegenheid om te ontspannen en om Alice Springs inclusief de omgeving een beetje te verkennen. Hier werd het ons voor het eerst écht duidelijk dat er twee compleet verschillende bevolkingsgroepen leven in Australië, de Aboriginals en de "blanken". De Aboriginals hebben hun eigen taal en zijn vaak dronken op straat te vinden. Om deze reden staat er dan ook bij elke bottleshop een politieagent. Achteraf kwamen wij erachter dat de Aboriginals meer dan voldoende geld krijgen van de Australische overheid om goed te kunnen leven, maar er is bijna geen enkel bedrijf in Australië die ze wil aannemen. Deze mensen hebben dus geld zat, maar helemaal niks te doen. Met als resultaat dat hun dagen bestaan uit rondhangen en alcohol drinken.

Op onze voorlaatste dag in Alice Springs hadden we afgesproken met Nari en Daniel. Dit betekende dus zoals altijd koffie, taart en gezelligheid. Zij waren net terug van Uluru (vroeger Ayers Rock) en de Kings Canyon. Voor ons dus een mooie gelegenheid om te horen wat wel en wat niet de moeite waard was om te zien.

Na vier nachten Alice Springs ging onze wekker helaas weer vroeg, want we moesten onze tent opbreken. In de vreselijke kou, met drie lagen kleding aan en bevroren handen is het ons toch gelukt om op tijd te vertrekken. Op naar Uluru, een rit van 461 km. Wij hadden verwacht onze eerste zandvlakte tegen te komen, maar het was hier juist groener. Dit kwam doordat het (gek genoeg) geregend had een paar dagen daarvoor. Dat zorgde ervoor dat wij fantastische uitzichten hadden midden in een woestijn! Ook hebben wij onderweg wilde kamelen en wederom veel roofvogels, waaronder meerdere wedgetailed eagles, gezien.

Bij Uluru aangekomen boekten wij de camping voor vier nachten, de vierde nacht was gratis en wij blijven natuurlijk Nederlanders! Voor de eerste dag hadden wij in Alice Springs al the Field of Lights sunrise tour geboekt en werden wij om kwart over 5 's ochtends opgehaald. Het was hier niet veel warmer, dus hadden we de gehele inhoud van onze backpacks aangetrokken. Toch stonden we klappertandend en met bevroren tenen op onze bus te wachten. Gelukkig was de trip de pijn en moeite zeker waard! Eerst zagen we the Field of Lights vanaf een duintop en daarna mochten we erdoorheen lopen. We voelden ons een beetje thuis, want het was net een verlicht tulpenveld. Vervolgens kregen we op dezelfde duintop warme chocomel en zagen we de zon opkomen naast Uluru, wat een kleuren! Diezelfde dag zijn we nog naar Uluru gereden om de wandeling rondom deze grote rode rots te doen. Nu waren we toch wat blij dat we in de winter naar the red centre waren gegaan, het werd toch nog aardig warm tijdens deze wandeling van 10,6 km. Het was heel bijzonder om Uluru van alle kanten te kunnen bewonderen en de verhalen van de Aboriginals te lezen. Steef kon zijn geluk al helemaal niet op, hij spotte een (t)horny devil! 's Avonds reden we naar het beroemde uitkijkpunt om de zonsondergang te zien, Uluru ging echt van bruin naar knaloranje naar rood.

De volgende dag hadden we een beetje last van spierpijn, dus was het een mooie dag om de was te doen en om de Walpa Gorge bij de Kata Tjuta (voorheen The Olga's) te bewandelen. Dit duurde maar een uurtje, dus konden we even goed bijkomen van de vorige dag. De derde dag begon het echter keihard en voor 24 uur lang te hozen, zoveel regen waren zelfs wij Dutchies niet gewend! Geen reden om te treuren though, minder dan één procent van de toeristen krijgt Uluru in de volle regen te zien: we were special! En dat was het ook, van de grote rode rots kwamen meerdere (grote) watervallen af. Deze maakten de rots ook weer zwart, waardoor we nog meer kleuren te zien kregen. De grote wandeling bij Kata Tjuta gingen we niet meer doen, het zou te glad kunnen zijn. Daarom verlengden we nog maar een nachtje bij de camping en konden we op de vierde dag de Valley of the Winds walk doen. Dit was een hele mooie, redelijk pittige wandeling van zo'n 7,5 km met onderweg veel mooie uitzichten. Vanwege de regen waren er in dit gebied ook behoorlijk wat bloemen, wat de tocht nóg mooier maakte. Stiekem vonden wij de wandeling bij Kata Tjuta beter dan die bij Uluru!

Na uiteindelijk vijf nachten op de camping bij Uluru ging onze wekker weer vroeg. Het was tijd om verder te gaan. Wij gingen naar de Kings Canyon, wat een rit van maar 289 km was. Bij de camping aangekomen boekten wij voor twee nachten. In de omgeving van Kings Canyon waren drie wandelingen die wij wilden doen.

Op de dag dat wij aankwamen hebben wij de Kathleen Springs bezocht. Dit was een wandeling van ongeveer anderhalf uur. Deze viel ons (misschien door de Valley of the Winds walk) een beetje tegen. De Canyon was mooi om te zien, maar daar was ook wel alles mee gezegd. 's Avonds zijn wij op de camping naar een uitkijkpunt gegaan vanwaar wij de zonsondergang konden zien. Net als bij Uluru veranderde de Kings Canyon van bruin tot oranje naar fel rood. En het uitzicht werd nog beter door een paar wolken boven de Canyon die roze kleurden vanwege de zonsondergang. Aansluitend dronken we nog een biertje bij de bar. Hier zagen wij weer een dingo, maar deze was wel wild. Laura heeft nog geprobeerd een staarwedstrijd te doen, maar dit arme beest was ziek en zag er heel slecht uit. Aaien leek ons dus geen goed idee.

De tweede dag stond de Rim walk op het programma. Dit was een pittige wandeling van iets meer dan 6 km. Toen wij bij het beginpunt aankwamen werd dit ons nog eens goed duidelijk gemaakt door de naam "The Heartattack Hill". Het begin van deze wandeling was het beklimmen van de Canyon. Gelukkig stond er eenmaal bovenaan wel een defibrillator! Het was voor het uitzicht dan ook maar een kleine moeite om ons de adem te benemen. Laura's hoogtevrees maakte deze wandeling nog iets uitdagender. En als kers op de taart begon het ook nog eens zachtjes te regenen.... De wandeling inclusief de vele uitkijkpunten waren adembenemend mooi! Na ongeveer een uur lopen was het zachtjes regenen overgegaan in harde regen. Daar liepen wij dan bovenop een Canyon: geen enkele schuilplek, tot onze onderbroeken doorweekt en de gangbare paden waren kleine riviertjes geworden. De al uitdagende wandeling was nog een niveau moeilijker geworden! Van Nari en Daniel hadden wij te horen gekregen dat wij een zijpad tegen zouden komen die naar de Garden of Eden liep. Prachtig, nog meer water! Een waterhole met palmbomen midden in de Canyon. De regen zorgde ervoor dat de canyon steeds meer op een rivier ging lijken en de laatste twee kilometer hebben wij flink doorgelopen voordat deze niet meer begaanbaar was. Zeiknat, onderkoeld en uitgeput zijn we terug naar de camping gereden.

De derde dag ging onze wekker weer vroeg, want we moesten nog één wandeling doen voordat we terug reden naar Alice Springs. De Kings Creek walk hebben wij direct na het uitchecken gedaan. Deze wandeling liep door de Kings Canyon, maar dan de makkelijke route zonder klimmen en afdalen. Het was wederom een mooie wandeling en zeker de moeite waard. Het blijft toch bijzonder om in de woestijn zoveel water te zien. Onderweg kwamen wij iemand tegen die ons kon vertellen dat zoveel regen in dit gebied eens in de gemiddeld tien jaar voorkomt. Normaal valt hier 15 ml neerslag en dit jaar is er al 250 ml gevallen. Wij hebben dus enorm veel geluk gehad om de hele outback zo groen en vol bloemen te zien!

De rit van Kings Canyon naar Alice Springs was 444 km. Wij hadden de gok genomen om niet te tanken voordat wij de camping verlieten, omdat het hier belachelijk duur was: 2,10 dollar per liter. Van de heenweg wisten wij dat de benzine bij het eerstvolgende tankstation (ongeveer 150 km) 1,35 kostte. Uiteindelijk lukte het ons net aan om het tankstation te bereiken zonder onze jerrycan te gebruiken. Tja, Lau is echt een kind van haar vader. De rit naar Alice Springs was voor outback begrippen gewoon. Groen, roofvogels, roadkills, weinig verkeer, 53,5 meter lange roadtrains en lange rechte wegen.

Binnenkort posten wij deel twee van onze outbacktrip, want anders wordt dit verhaal veel te lang. Ook zijn wij nu langzaamaan alle foto's op facebook aan het plaatsen. We moeten echter een computer vinden om de rest van de foto's van de harde schijf te halen (we zijn zó handig!). We'll keep you posted! :)

Veel liefs,

Steef en Lau

  • 13 September 2016 - 12:49

    Els:

    Wat een leuk reisverslag. En leuk om te lezen dat jullie zo genieten van heel veel moois wat op jullie pad komt. Ik kan niet wachten op de foto's. Genieten, dikke kus

  • 13 September 2016 - 20:06

    Petra:

    Helemaal mee eens Els, de veelzijdigheid van de reis en het schrijftalent van Laura en Stefan maken het ontzettend leuk om te lezen. Liefs, Petra

  • 30 September 2016 - 00:08

    Gijs, Vader Van Laura:

    Mooie verslagen allemaal en wat maken jullie veel mee en zien jullie veel. En wat bedoel je Steef dat "Lau een kind van haar vader is"? Als jullie weer terug zijn, kunnen we wel een DNA test laten uitvoeren om het te bewijzen. Veel plezier nog daar, uitkijken en geen gevaarlijke dingen doen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lau en Steef

Actief sinds 23 April 2016
Verslag gelezen: 630
Totaal aantal bezoekers 23689

Voorgaande reizen:

19 Mei 2016 - 31 December 2016

Mijn eerste reis

Landen bezocht: